Nog nooit in mijn leven heb ik gerookt. Altijd al heb ik het erg vies gevonden. En omdat je nooit begint, hoef je ook niets af te leren. Maar, als je wel ooit begonnen bent en die sigaret wel lekker vindt, heb je de keuze: stoppen of doorgaan. Proberen te stoppen met veel of weinig moeite, met veel of weinig hulp van pleisters, meditatie, kauwgom, stoppen en niet meer beginnen. Dat is natuurlijk het mooiste, ex-rokers die ik spreek, geven aan dat ze nu pas helder hebben hoe erg het stinkt, hoe afhankelijk je bent en hoe bepalend dat roken is.
Maar het is een keuze, je kunt stoppen of je kunt gewoon doorgaan met roken, ook al weet je dat het ongezond voor jezelf en voor je omgeving is, maar de keuze ligt bij jou. De overheid doet erg z’n best om het je steeds moeilijker te maken, biedt dan ook consequent ondersteuning aan in de basiszorgverzekering maar de keuze is aan jou. De teksten en foto’s op de pakjes moeten je ontmoedigen, de stoptober campagne helpt rokers en op veel plekken mag je niet meer roken, maar de keuze is nog steeds aan jou. Behalve dan als je in een zorginstelling woont. Want straks moet de zorg rookvrij. Een prachtig streven met een behoorlijke keerzijde. Want voor ons allen geldt dat we altijd thuis nog gewoon kunnen roken als we dat willen. Maar als je in een zorginstelling woont, regelt de wet dat de specifieke rookruimtes moeten sluiten. Die maatregel geldt al sinds 1 juli 2021. Er is geen uitzonderingssituatie meer voor de gehandicaptenzorg.
In een nieuwsbericht van de VGN lees ik dat het niet verplicht is om een rookverbod in te stellen in de privéruimte van de cliënt en in de open lucht. Dat scheelt een stuk al lijkt de zin te suggereren dat het wel mag. Dat klopt niet. De cliënt heeft het recht zijn eigen leven in te richten zoals hij dat wil. Alleen daar waar (brand-)veiligheid in gevaar komt mag dat recht worden ingeperkt.
En dan kan het dus toch maar zo gebeuren dat de zorginstelling waar jij woont in de huisregels opneemt dat roken op de eigen kamer niet is toegestaan in het kader van de veiligheid. Dan blijft buiten roken als enige optie over en als je daar door je beperking niet toe in staat bent, betekent dat feitelijk dat je dus niet meer kan roken en word je verplicht te stoppen. Of je dat nu begrijpt of niet, je moet stoppen. Fijne bijwerking van deze dwangbehandeling is natuurlijk dat je meer lucht krijgt, gezonder wordt enzovoort maar of dat opweegt, bepaalt de zorginstelling voor je en niet jijzelf!
Cliëntenraden hebben een belangrijke rol te spelen in het te ontwikkelen beleid van de instelling op dit gebied. Het gaat over een regeling voor cliënten, dus de cliëntenraad heeft instemmingsrecht op die regeling en instemmingsrecht op de huisregels (Wmcz art.8:1a). Hoe gaat de zorginstelling om met mensen die door deze regeling moeten stoppen met roken omdat ze niet in staat zijn om op hun kamer te roken of ergens buiten. Hoe zwaar mag hun zeggenschap wegen? Waarom zou hun zeggenschap beperkter zijn dan de zeggenschap van ieder ander? Hoe geven we ook rokers de kans om hun eigen leven in te richten zoals ze dat zelf willen?
Ik vind roken erg vies maar vind het afnemen van iemands zeggenschap in zijn eigen huis nog veel erger. Ik hoop dan ook dat cliëntenraden en zorginstellingen ruimte vinden voor de zeggenschap van rokers.
Loes den Dulk