Lokale cliëntenraden, letterlijk en/of figuurlijk ‘onbetaalbaar’?

De Wmcz 2018 in de praktijk

Bij de invoering van de Wmcz 2018 werd nog een keer duidelijk gemaakt dat het moest gaan om de stem van de cliënt in de dagelijkse situatie, in het streven naar een waardevol leven voor cliënten. Daarom ook was ik super blij dat in de wet werd opgenomen dat op iedere locatie een cliëntenraad hoort te zijn. (Tenzij cliënten dat niet willen of het in alle redelijkheid niet van de zorginstelling gevraagd kan worden). Zo kunnen op iedere locatie de cliënten hun stem laten horen en meedenken over alles wat voor hen van belang is.

Ook de voorwaarden voor een raad om goed te functioneren, zijn geregeld in de Wmcz 2018. De raad heeft recht op die middelen die nodig zijn voor het werk, toegankelijke informatie, advies en instemmingsrecht en het recht op professioneel onafhankelijke ondersteuning. Een mooie ontwikkeling!

Toch zie ik in de praktijk grote verschillen.

Voor sommige zorginstellingen verandert er niet zoveel. Er waren al lokale raden en die werden al ondersteunt door onafhankelijke ondersteuners (vanuit de afdeling of werkgroep coaches cliëntenraad, het team cliëntmedezeggenschap o.i.d.)

Bij andere zorginstellingen waren nog geen lokale raden en daar zag je een zoektocht naar haalbare lokale cliëntmedezeggenschap.

Sommige zorginstellingen zijn gegaan voor een ruime invulling van het begrip locatie en werken met regionale raden (voor een cluster van locaties). Op de locaties wordt de inspraak zoals omschreven in artikel 2 van de Wmcz 2018 ingezet als manier om de stem van de cliënt te horen.

Op weer andere plekken komen wel lokale raden maar gebeurt de ondersteuning door de begeleiders van de locatie of door vrijwilligers. Want, zo is de redenatie, het mag duidelijk zijn dat als we van 1 naar 20 raden gaan, we niet ineens ons ook 20 betaalde coaches/ondersteuners kunnen veroorloven.

Of op de locaties zijn wel cliëntenraden met onafhankelijke ondersteuning maar die raden komen maar 2 tot 4 keer per jaar bij elkaar.   

Dan kun je streng kijken naar de Wet en constateren dat de lokale raad een wettelijke verplichting is en dus alleen daar waar instellingen werken met lokale raden de medezeggenschap van cliënten goed verankerd is. Maar is dat in de praktijk ook zo? Zijn er alternatieven waarbij de stem van de cliënt goed gehoord wordt?

Ervaring leert dat een cliëntenraad als vorm echt niet zaligmakend is. Die constructie heeft wel een aantal voordelen: cliënten die regelmatig vergaderen, krijgen ervaring in het meedenken en adviseren namens alle cliënten van de locatie en worden goed in het vak van belangenbehartiger. De vanzelfsprekendheid van de cliëntenraad op de locatie is een teken van respect en alleen al door het bestaan van de raad, is de cliënt beter in beeld.

 Maar er zitten ook nadelen aan de vanzelfsprekendheid van de cliëntenraad op de locatie. Ik zie raden die vergaderen om het vergaderen, die onvoldoende hun achterban in beeld hebben en daarmee ook minder dan de bedoeling is, de stem van de cliënt laten horen. Dat is niet zozeer de schuld van de leden van de raad als wel een niet of onvoldoende voldoen aan de voorwaarden die de raad nodig heeft om zijn taak uit te voeren.

En die voorwaarden, daar gaat het volgens mij over als we de stem van de cliënt willen horen.

De belangrijkste voorwaarden zijn:

  • Professionele onafhankelijke ondersteuning: het ondersteunen van een cliëntenraad is een vak en niet een taak die een begeleider er zo even bij kan doen. De onafhankelijkheid is met name voor het beeld van de cliënten van belang. De ruimte voelen dat je in de vergadering alles kan zeggen zonder dat begeleiders dat meekrijgen, is een voorwaarde om te zeggen wat je wil zeggen.
  • Toegankelijke informatie: alleen als je de vraag snapt, kun je hem goed beantwoorden.
  • Informatie over de rechten van de raad: in de praktijk zie ik dat de rechten van de raad (onbewust) niet gerespecteerd worden, dat er geen adviesvragen of vragen om instemming worden gesteld, dat de raad niet voldoende middelen heeft of niet voldoende toegankelijke informatie ontvangt. Alleen als de rechten van de raad voor iedereen duidelijk zijn, kan de raad tot zijn recht komen.
  • Informatie over de rechten van cliënten: veel cliënten en veel begeleiders zijn niet voldoende op de hoogte van de rechten van cliënten. Terwijl de rechten van cliënten de basis vormen onder de adviezen van de cliëntenraad.
  • Een zekere vergaderfrequentie. Door regelmatig te vergaderen kunnen raadsleden groeien in hun rol en kan de raad echt verschil maken. Met een vergadering om de maand is het voor veel cliënten lastig om die rol echt te pakken.
  • Een cultuur waarin de stem van de cliënt gerespecteerd wordt. Want alleen als je de cliënt echt wil horen, kan zijn stem verschil maken.

De Wet ondersteunt dit proces maar regelt niet alles. Je aan de wet houden is dan ook geen garantie voor goede medezeggenschap. En ook omgekeerd, je niet aan de wet houden hoeft niet tot slechte medezeggenschap te leiden.

Inspraak (in plaats van een cliëntenraad) op locatie is een veel vrijblijvender recht. Het is weliswaar bedoeld om de stem van de cliënt te horen maar simpel gezegd, hoeft er niet te worden geluisterd.

En er ligt niet de plicht onder om bij alle voorgenomen besluiten de cliënten inspraak te geven. Maar ook dan geldt dat we moeten kijken naar de voorwaarden. Net als bij een cliëntenraad zijn dat bij inspraak ook de ondersteuning van het proces van inspraak en de toegankelijke informatie. En ook bij inspraak is de cultuur doorslaggevend. Als inspraak plaatsvindt in een cultuur waarin de stem van de cliënt zwaar weegt bij ieder besluit dat cliënten raakt, zijn er nauwelijks andere regels nodig.

Dat is waar het over moet gaan, dat de stem van de cliënt gehoord wordt.

En niet of de wet goed wordt uitgevoerd. Maar zonder die wet, zo leert de ervaring,  gaat het in ieder geval niet vanzelf goed.

Loes den Dulk

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *